Grensoverschrijdende rivieren: wie is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit?

2 december 2021

In Nederland mondt een aantal grote Europese rivieren uit in zee. Onze rivieren staan dus mede door verontreinigingen uit buurlanden onder druk. Internationale afspraken hierover zijn nu nog te vaag. “Nederland zou gebaat zijn bij strenge, Europese regels.”

Hoofdafbeelding: Twee mensen recreëren aan de Rijn in Düsseldorf (Duitsland). Via Duitsland mondt de Rijn uit in de Noordzee in Nederland.

 

Marleen van Rijswick

Marleen van Rijswick is hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht. Zij houdt zich onder meer bezig met de vraag hoe het recht kan bijdragen aan een duurzaam en eerlijk waterbeheer. Daarbij neemt ze alle belangen en gedeelde verantwoordelijkheden mee. (fotocredit: Chantal Ariëns)

Gerard Stroomberg RIWA Rijn

Gerard Stroomberg is directeur van RIWA-Rijn, een samenwerkingsverband van Nederlandse drinkwaterbedrijven met de Rijn als bron. Ook in zijn vorige functies was hij betrokken bij vraagstukken over waterkwaliteit.

 

 

“Zowel burgers als bedrijven beïnvloeden de waterkwaliteit in verschillende mate,” zegt Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht. “Denk aan gebruik van mest, bestrijdingsmiddelen en medicijnen. Daarbij vormen nieuwe, ofwel opkomende stoffen, een probleem. Bijvoorbeeld chemische stoffen die nog niet onder het EU-recht genormeerd zijn. Dat is deels het gevolg van achterstanden bij de registraties van stoffen op EU-niveau en deels omdat milieueffecten van medicijnen niet leidend zijn bij toelating op de markt. Bij toetreding van een stof en vergunningverlening wordt er daarnaast nog weinig rekening gehouden met de cumulatieve effecten.”

Verantwoordelijk binnen eigen landsgrenzen

De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater binnen EU-lidstaten moet waarborgen. Van Rijswick: “Ieder land is verantwoordelijk voor de rivierwaterkwaliteit binnen de eigen landsgrenzen. Landen in één stroomgebied, zoals bij de Maas, Rijn en de Schelde, moeten samen Stroomgebiedbeheerplannen maken. Daarin staan afspraken over wie welke maatregelen neemt. De afspraken zijn echter te vaag om buurlanden er op te kunnen afrekenen. Dat zagen we recent bij het chemiebedrijf 3M in België, dat jarenlang schadelijke stoffen loosde in de Schelde. Er bleek veel mis bij de vergunningverlening en handhaving. Nederland voerde, net als België, de druk op om die verontreiniging te stoppen, omdat de Schelde ook door Nederland stroomt.”

Zuiveringsopgave-index te hoog

Dat het in de praktijk beter kan, beaamt ook Gerard Stroomberg. Hij is directeur bij RIWA Rijn, een samenwerkingsverband van Nederlandse drinkwaterbedrijven met de Rijn als bron. “Onze zuiveringsopgave-index is hoger dan toen we in 2000 met de KRW begonnen,” vertelt hij. “Dat betekent dat de rivierwaterkwaliteit nu slechter is. De index beschrijft hoeveel we moeten zuiveren om aan de eisen van het Nederlandse Drinkwaterbesluit te voldoen. Per stof is dat een bepaald percentage. De optelsom hiervan vormt de zuiveringsopgave-index. Er zijn tegenwoordig opkomende stoffen die moeilijker te zuiveren, moeilijker afbreekbaar of juist beter oplosbaar zijn. Bijvoorbeeld PFAS, röntgencontrastmiddelen en zoetstoffen als sucralose die in veel light-frisdrank zit. Een gevolg van industriële activiteiten, maar ook van maatschappelijke ontwikkelingen als vergrijzing en consumentenkeuzes voor caloriearme en suikervrije producten.”

Weerstand Duitse industrie

Stroomberg voert een lobby voor een betere waterkwaliteit van de Rijn. “Daarbij stuiten we op weerstand van de Duitse industrie,” zegt hij. “De chemische industrie in Nederland is welwillender in hoe we elkaar kunnen helpen. Zo kreeg Chemelot, het industrieterrein langs de Nederlandse Maas, een afvalwaterzuiveringsvergunning en gaf inzage in 640 stoffen die daar gebruikt worden. Als we dat voorhouden aan de Duitse industrie krijgen we als reactie dat ze te maken hebben met geheimhouding van patenten. Terwijl ze in vergunningsaanvragen wel toestemming vragen om hun stoffen in de publieke ruimte te lozen.”

Baat bij strenge regels

“Nederland zou gebaat zijn bij strenge, Europese regels,” vindt Van Rijswick. “Beroepen andere landen zich op uitzonderingen of reguleren ze minder streng, dan heeft dat nadelen voor ons. Er stroomt dan water Nederland binnen dat niet aan de geldende kwaliteitsnormen voldoet en Nederlandse bedrijven geen lozingsruimte laat. Het wordt voor ons moeilijker als andere landen de norm al overschrijden. Wij zouden op onze beurt wel weer geholpen zijn met een uitzonderingsmogelijkheid voor verontreinigingen uit het buitenland.” Door papierwerk kan recht beter bijdragen aan schonere rivieren.

Ecologische kwaliteit belangrijk voor vissen

Waterkwaliteit gaat naast stoffen ook over ecologische kwaliteit. Zo wil Zwitserland de zalm terug in zijn wateren. Stroomberg: “Daarvoor moet het, naast schoon water, ook voor vissen mogelijk zijn om stroomopwaarts te zwemmen. Dat wordt lastig met waterkrachtcentrales en stuwen waar vissen niet langs kunnen.”

Van Rijswick vult aan: “De Nederlandse Deltawerken zijn grotendeels gesloten. Het Kierbesluit werd onder internationale druk in werking gesteld, waardoor de Haringvlietsluizen af en toe open – op een ‘kier’ – gaan en vissen zo vanuit de zee stroomopwaarts de rivier op kunnen.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

Europese landen kunnen elkaar onderling aanspreken op afspraken gemaakt binnen de KRW. “Komen ze er samen niet uit, dan kun je als land de Europese Commissie om een oplossing vragen”, zegt Van Rijswick. “Toch klinkt dat eenvoudiger dan het is, want je wilt tegelijkertijd de relatie met de buren goed houden. Er spelen politieke belangen rondom meerdere onderwerpen waar landen elkaar nodig hebben en er zijn op Europees niveau sterke lobby’s, bijvoorbeeld die van de landbouwsector en de industrie.”

De sleutel tot succes is een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel, volgens Van Rijswick. “Landen die een stroomgebied delen, moeten zich samen verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit in dat hele stroomgebied en de benodigde informatie open delen. Als er dan ook nog vertrouwen is en de bereidheid om afgerekend te mogen worden op die gezamenlijke verantwoordelijkheid, dan kún je stappen maken.”

Aanpak bij de bron

Binnen de Rijncommissie presenteerden de Rijnlanden in februari 2020 een nieuw werkplan met afspraken om emissies van stoffen de komende twintig jaar met 30 procent te verminderen. Stroomberg: “Is dat genoeg? Nee. Maar het feit dat men inzet op vermindering van lozingen, is positief.”

Het doel van de KRW voor schoon en gezond water in Europa in uiterlijk 2027 is volgens Van Rijswick lastig te behalen. “Er gebeurt veel, maar nog niet genoeg om de problemen op te lossen”, zegt ze. “En laten we niet vergeten dat we vanuit kleine, Nederlandse wateren die afwateren op grotere rivieren óók verontreiniging veroorzaken.” Daar weet Stroomberg wel een oplossing voor. “De drinkwatersector pleit voor een aanpak bij de bron. Denk aan een Europees verbod op PFAS of ziekenhuizen die plaszakken uitdelen zodat röntgencontrastvloeistoffen niet in het toilet terechtkomen.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *