Grondwater voor drinkwater: van vanzelfsprekend naar kwetsbaar
Grondwater is voor Nederland al meer dan 150 jaar een betrouwbare bron voor schoon drinkwater. Ruim zestig procent van het kraanwater komt uit deze ondergrondse bron, die dankzij natuurlijke filtering in de regel altijd weinig zuiveringsstappen nodig had om te zorgen voor drinkwater van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Maar dat is niet meer vanzelfsprekend door verontreinigingen en doordat het steeds lastiger wordt om nieuwe winningen te realiseren.
Volg de laatste ontwikkelingen via onze LinkedIn pagina.
Grondwater voor drinkwater:
- Grondwater levert 60% van het Nederlandse drinkwater en is van nature uitzonderlijk schoon;
- Die kwaliteit staat onder druk door vervuiling zoals PFAS, bestrijdingsmiddelen en nitraat;
- Droogte, verzilting en toenemende vraag zorgen voor schaarste en spanningen in gebruik;
- Bescherming van bronnen is essentieel, maar ruimte is schaars en handhaving staatn onder druk;
- Investeren in preventie en samenwerking is goedkoper en effectiever dan zuivering achteraf.

Bron voor drinkwater
Drinkwater wordt in grote delen van Nederland met putten gewonnen uit diepere watervoerende pakketten, tientallen tot honderden meters onder de grond. Hier vinden we het regenwater, dat na decennia, eeuwen of zelfs millennia, via zand, klei en veenlagen naar de diepte is gestroomd. Deze bodempassage zorgt voor een natuurlijke zuivering. Daardoor kan het water vaak zonder intensieve behandeling als veilig drinkwater naar huishoudens en bedrijven worden geleid.
Hoge kwaliteit geen gegeven meer
Maar die hoge kwaliteit is geen gegeven meer. In steeds meer drinkwaterwinningen worden verontreinigen aangetroffen. Dan gaat het om stoffen die er de laatste eeuw via de landbouw, industrie of huishoudens terecht zijn gekomen. Denk aan bestrijdingsmiddelen, chemische stoffen of bijvoorbeeld medicijnresten. De vervuiling die nu opduikt, is soms het resultaat van decennia oude lozingen of gebruik van bestrijdingsmiddelen, die al tientallen jaren niet meer worden gebruikt. Dat komt doordat regenwater er heel lang over kan doen om die grondwatervoorraad te bereiken. Dat betekent ook dat stoffen die vandaag in de bodem terechtkomen, nog tientallen jaren kunnen nawerken.
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief
Nieuwe stoffen, nieuwe zorgen
Wat het extra ingewikkeld maakt: het gaat allang niet meer alleen om klassieke vervuilers als nitraat of zware metalen. Nieuwe zorgen dienen zich aan in de vorm van zogenoemde ‘opkomende stoffen’. Denk aan PFAS, medicijnresten, en industrieel gebruikte weekmakers. Deze stoffen zijn vaak niet of nauwelijks afbreekbaar, verspreiden zich snel in het milieu en kunnen zo het diepe grondwater bereiken.
Het drinkwater zelf blijft veilig, daar staan drinkwaterbedrijven garant voor. Maar om daarvoor te zorgen is wel meer zuivering en dus meer energie en geld voor nodig.
Meer zuiveren betekent ook meer kosten
Drinkwaterbedrijven zien al jaren een toename van verontreiniging van stoffen in de vele metingen van hun bronnen. Bij sommige winningen worden tientallen stoffen in kleine concentraties gevonden. Tegelijkertijd worden de normen aangescherpt: de Europese drinkwaterrichtlijn bevat sinds kort ook eisen voor PFAS, en deze zullen komende jaren waarschijnlijk nog strenger worden. Drinkwaterbedrijven zelf hanteren zelf nog veel strengere normen om de volksgezondheid te kunnen blijven waarborgen. Dat betekent: meer meten, meer zuiveren en dus hogere kosten.
Klimaat en kwantiteit
Niet alleen de kwaliteit, ook de beschikbaarheid van grondwater staat onder druk. Door bevolkingsgroei, economische ontwikkeling en warmere, drogere zomers neemt de vraag toe. Volgens prognoses van onder meer RIVM en Vewin groeit de jaarlijkse behoefte aan drinkwater met zo’n 100 miljoen kubieke meter per jaar richting 2030. Tegelijkertijd daalt in veel gebieden de grondwaterstand. Droogte en verzilting in kustregio’s maken het steeds moeilijker om aan de vraag te voldoen.
Waterschappen en provincies merken de gevolgen. Natuurgebieden verdrogen, landbouwgrond verliest productiviteit en in sommige regio’s zijn onttrekkingsplafonds al bereikt. De ondergrond wordt bovendien steeds drukker: voor energieopslag, geothermie en andere functies is ruimte nodig. Dat leidt tot spanningen, want niet elke functie is even goed verenigbaar met bescherming van drinkwater.
Vergunningen: een bottleneck voor uitbreiding
Om aan de toenemende vraag naar drinkwater te kunnen voldoen, willen drinkwaterbedrijven bestaande winningen uitbreiden of nieuwe wingebieden ontwikkelen. Maar juist dat blijkt in de praktijk een langdurig en complex proces. Voor elke nieuwe winning is een vergunningstraject nodig dat jaren kan duren, mede vanwege de vele belangen die spelen. De ruimte wordt ook geclaimd door bijvoorbeeld woningbouw, landbouw of energieopslag, waardoor drinkwaterwinning in de planvorming vaak onder druk komt te staan. Daarnaast vraagt het vergunningsproces om uitgebreide milieueffectrapportages, ecologische beoordelingen en inspraakprocedures, wat de doorlooptijd verder verlengt.
“Zwaarwegend maatschappelijk belang”
Die urgentie is ook doorgedrongen bij de politiek. In juli 2025 stemde de Tweede Kamer in met een motie van Kamerlid Grinwis (ChristenUnie) die oproept om alle projectbesluiten voor drinkwaterinfrastructuur aan te merken als van “zwaarwegend maatschappelijk belang”. Het doel is om vergunningprocedures te versnellen en deze projecten prioriteit te geven binnen het vergunningenproces, zodat de tijdige voorziening van drinkwater voor nieuwe woningen niet in het gedrang komt.
Het doel is om vergunningprocedures te versnellen en drinkwaterprojecten prioriteit te geven binnen het vergunningenproces,
Beschermen wat we hebben
Om de kwaliteit van grondwater te waarborgen, zijn in Nederland rondom grondwaterwinningen verschillende beschermingszones ingesteld. Het meest direct rond de winput ligt het waterwingebied, waar andere activiteiten dan drinkwaterproductie verboden zijn of aan zeer strenge regels gebonden. Daaromheen ligt het grondwaterbeschermingsgebied, waar bijvoorbeeld het gebruik van bestrijdingsmiddelen beperkt is. Daarnaast zijn er boringsvrije zones, bedoeld om het risico van verontreiniging via boringen te beperken. Provincies leggen de bijbehorende regels vast in hun omgevingsverordeningen.
Daarnaast zijn er strategische voorraden aangewezen: Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) en Nationale Grondwaterreserves (NGR’s). Deze gebieden zijn bedoeld als reeserveringsgebieden en back-up, voor het borgen van de toekomstige drinkwatervraag of in geval van calamiteiten.
Zuivering als laatste redmiddel
Als voorkomen niet lukt, moet er gezuiverd worden. En dat gebeurt ook: drinkwaterbedrijven investeren fors in nieuwe technieken zoals actieve koolfiltratie, membraansystemen en geavanceerde oxidatieprocessen. Daarmee zijn veel stoffen te verwijderen, maar het kost energie, geld en leidt soms tot afvalstromen die zelf weer aandacht vragen. Denk aan het concentraat dat overblijft bij omgekeerde osmose, waarin alle ongewenste stoffen zich ophopen.
Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit
Daarom blijft de inzet: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Elke euro die wordt uitgeven aan bronbescherming, betaalt zich later terug in lagere zuiveringskosten en minder maatschappelijke schade.
Wie is verantwoordelijk voor grondwater?
De verantwoordelijkheid voor grondwater ligt verspreid over veel partijen. De Rijksoverheid stelt kaders via wetgeving en beleid. Provincies geven vergunningen af en wijzen beschermingsgebieden aan. Gemeenten beheren de openbare ruimte en het riool. Waterschappen reguleren peilen en zuiveren afvalwater. En de drinkwaterbedrijven zelf monitoren de bronnen, winnen, zuiveren en leveren het drinkwater.
Voor al deze partijen geldt: samenwerken is essentieel. Water houdt zich immers niet aan bestuurlijke grenzen. In initiatieven zoals de Schone Maaswaterketen, of regionale samenwerkingen zoals “Schoon Water voor Brabant”, wordt met succes gewerkt aan betere afstemming tussen sectoren.