Nanoplastics, gevaar voor drinkwatervoorziening?

12 april 2018

Ze zitten in autobanden, fleecetruien, cosmetica en tal van andere producten: nanodeeltjes of nanoplastics. Geroemd omdat ze producten beter maken. Maar ook gevreesd omdat die piepkleine deeltjes uiteindelijk in het milieu terechtkomen en we niet goed weten wat dat voor gevolgen heeft. Daarom wordt onderzocht of nanodeeltjes een gevaar zijn voor de drinkwatervoorziening in Nederland.

Nanodeeltjes vs microplastics

De discussie rond nanodeeltjes in het milieu is nauw verbonden met de zorgen over microplastics. Die laatste kennen we van de plastic soup: de grote hoeveelheid plastic die ronddrijft in de oceanen. Over die kleine deeltjes tussen 0,05 mm en 5 mm hoeven we ons volgens de drinkwaterbedrijven niet echt zorgen te maken. Deze deeltjes kunnen redelijk makkelijk uit het ruwe water worden gefilterd. Deze deeltjes komen vaker voor in gebotteld bronwater of fleswater.

Nanoplastics: nóg veel kleiner

Lastiger is het vraagstuk rond nanodeeltjes. Dit zijn deeltjes die vele malen kleiner zijn dan microplastics. “Ze hebben een grootte van maximaal honderd nanometer (een nanometer = een miljoenste millimeter, red.) en zijn niet met het blote oog zichtbaar”, zegt Ron Jong, specialist procestechnologie van drinkwaterbedrijf Vitens.

Nanotechnologie steeds vaker toegepast

Nanotechnologie heeft flinke voordelen. Deze deeltjes geven producten bijzondere eigenschappen en behouden lang hun werking. Daarom worden ze ook veel en vaak toegepast. In autobanden, voor antibacteriële coatings in kleding en in cosmetica en zonnebrandcrème. En zo komen ze uiteindelijk ook in het milieu terecht. In de lucht, in de bodem en in het oppervlaktewater en grondwater.

Schadelijk? Nog veel onduidelijk

Met name over de aanwezigheid en schadelijkheid van koolstofnanodeeltjes zoals fullerenen of op metalen gebaseerde deeltjes zoals nanogoud, nanozilver en titaniumdioxide bestaat nog veel onduidelijkheid.

NanoNextNL: grootschalig onderzoek

Door de snelle opkomst van nanotechnologie in de industrie, besloten bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen zoals wateronderzoeksinstelling KWR in 2011 een grootschalig onderzoek op te zetten, NanoNextNL. “De overheid wilde investeren in de technologie, maar daarvoor was het wel belangrijk om ook mogelijk negatieve effecten voor het milieu en de volksgezondheid in beeld te brengen, en uiteraard hoe deze ongewenste effecten vermeden kunnen worden”, zegt Annemarie van Wezel, onderzoeker bij KWR.

‘Nanodeeltjes krijgen we vooral binnen via voeding en de lucht die we inademen’

Nanodeeltjes in grond- en oppervlaktewater

Op het gebied van water werd er binnen NanoNextNL gewerkt aan analysemethodes om de aanwezigheid van nanodeeltjes in grond- en oppervlaktewater te bekijken. Van Wezel: “Er zijn door heel Nederland monsters van grond- en oppervlaktewater genomen en geanalyseerd. In een aantal gevallen werden er inderdaad hele kleine concentraties nanodeeltjes aangetroffen.”

Nanodeeltjes in drinkwater

Van Wezel ziet dat berichtgeving in de media over nanoplastics soms een dreigend beeld schetst, maar wil daar graag nuance bij plaatsen. “Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de schadelijkheid van nanoplastics. Maar de bijdrage van drinkwater aan de totale blootstelling zal klein zijn. De kans dat je via lucht of voedsel nanodeeltjes binnenkrijgt is vele malen groter.”

‘Lichaam schoonspoelen’

Jong illustreert met een voorbeeld hoe weinig er nog bekend is over nanodeeltjes. “In de Verenigde Staten zijn er mensen die een theelepel nanozilver of -goud per dag innemen om hun lichaam ‘schoon te spoelen’. Het is blijkbaar een commercieel product dat wordt gepromoot als heilzaam. Nou wil ik absoluut niet aanraden om dat ook te doen, maar de mogelijke concentraties waar we in Nederland over praten zijn nog vele malen kleiner.”

‘Er bestaan nog geen wettelijke normen voor de concentraties’

Meer onderzoek nodig over verspreiding

Maar toch: de kennis dat er nanodeeltjes kunnen voorkomen in drinkwater vormde een belangrijke opstap naar vervolgonderzoek dat nu plaatsvindt. Nu duidelijk is dat nanoplastics zich ook via de lucht of bodem kunnen verspreiden, is de vraag in welke mate dat gebeurt en of ze in het drinkwater terecht komen, zegt Jong. “Het gebruik van nanotechnologie is zo nieuw dat onze zuiveringssystemen er nog niet op zijn ingesteld. En we kunnen pas maatregelen nemen zodra we meer over weten over de aanwezigheid. Er bestaan ook nog geen wettelijke normen voor de concentraties.”

Nanotechnologie: ook een oplossing

Waar nanotechnologie mogelijk voor problemen kan zorgen, kan het ook uitkomst bieden, zegt Van Wezel. “Stel dat er concentraties worden aangetroffen in ons drinkwater, dan kunnen drinkwaterbedrijven nanotechnieken inzetten om de deeltjes uit het water te filteren, bijvoorbeeld met nieuwe typen membranen.”

Vroegtijdig problemen signaleren

Door in een vroeg stadium onderzoek te doen naar de effecten van nanotechnologie is er volgens Van Wezel geleerd van andere vervuilingsproblematiek. “In de jaren ‘70 van de vorige eeuw was al duidelijk dat plastic grote gevolgen kan hebben voor het milieu. Daar is toen weinig mee gedaan. Door in een vroeg stadium een goed beeld te hebben van de gevolgen van nanotechnologie, kunnen we met producenten en gebruikers maatregelen nemen.”

Keuzes consumenten

Ondanks dat nog niet duidelijk is of en welke schade nanodeeltjes precies hebben voor mens en milieu, moedigt Jong consumenten wel aan om drinkwaterbedrijven een handje te helpen. “Alle vervuiling die niet in het water komt, hoeft er ook niet te worden uitgehaald. Dat betekent dat je bijvoorbeeld beter een wollen trui kunt kopen dan een fleecetrui en geen sokken met een antibacterieel moet aanschaffen.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *