Samenwerken in de buitenruimte

26 juni 2019

Graafwerkzaamheden zijn kostbaar en zorgen vaak voor overlast. Hoe zorg je dat onderhoud of vervanging van leidingen zo efficiënt mogelijk plaatsvindt? In Rotterdam geven gemeente, drinkwaterbedrijf Evides en netbeheerder Stedin met het convenant ‘Samenwerken in de buitenruimte’ het goede voorbeeld.

In stedelijk gebied ligt de bodem vol kabels en leidingen: het rioolstelsel, gas- en drinkwaterleidingen, glasvezelkabels, energienetten. Wanneer deze gerepareerd of vervangen moeten worden, heeft die drukte in de ondergrond ook effect op de omgeving en andere leidingnetten. De overlast door graafwerkzaamheden is groot, zowel voor bewoners, weggebruikers als de netbeheerders. Om graafwerkzaamheden beter op elkaar af te stemmen en intensiever samen te werken, stelden drie hoofdrolspelers in de Rotterdamse bodem in 2015 het convenant ‘Samenwerken in de buitenruimte’ op. Hierin maakten de gemeente (riool), Stedin (gasleidingen) en Evides (drinkwaternet) afspraken om onderhoudswerkzaamheden gezamenlijk te plannen en te laten uitvoeren.

Convenant noodzakelijk

Convenantmanager Wouter Boonzaaijer legt uit waarom dit convenant noodzakelijk is. “De afgelopen decennia zijn veel nutsvoorzieningen geprivatiseerd, waardoor de kans dat partijen met leidingen en kabels in de bodem langs elkaar heen werken is toegenomen. Werkzaamheden worden vaak niet op elkaar afgestemd, waardoor wegen soms onnodig lang of binnen een jaar twee keer openliggen, hoge kosten worden gemaakt en aannemers van verschillende opdrachtgevers in conflict kunnen raken.” Zo’n versnipperde gang van zaken kan Rotterdam niet gebruiken met een flinke onderhouds- en vervangingsopgave. Momenteel wordt jaarlijks gemiddeld 40 kilometer riolering, 30 kilometer gasleiding en kilometers aan drinkwaterleidingen en elektriciteitskabels vervangen.

Intensief contact en afstemmen planning

Het convenant moet ervoor zorgen dat deze opgave met zo min mogelijk overlast, kosten en tijd wordt volbracht, vertelt Boonzaaijer. “Het convenant zorgt ervoor dat we intensief contact hebben met elkaar. Door de planning te delen, weet iedereen precies wie waar welke werkzaamheden heeft gepland. Dat kunnen we dan op elkaar afstemmen en mogelijke problemen in een vroeg stadium signaleren.”

‘De kans is toegenomen dat partijen met leidingen en kabels in de bodem langs elkaar heen werken.’

Tientallen projecten in Rotterdam

Uit het convenant, dat volgens Boonzaaijer vooral een hulpmiddel is, zijn inmiddels veertig concrete projecten voortgevloeid. Naast de drie hoofdbetrokkenen wordt per project bekeken welke andere partijen een rol spelen, zoals een internetprovider of energieleverancier. Vervolgens wordt bepaald welke en hoeveel aannemers de werkzaamheden gaan uitvoeren. Een projectmanager van de gemeente is verantwoordelijk voor een project en houdt toezicht op de uitvoering.

Besparing kosten, tijd en overlast

Met deze gezamenlijke aanpak wordt een aanzienlijke hoeveelheid tijd en kosten bespaard, zegt Boonzaaijer. “Sommige projecten leveren een tijdswinst op van enkele maanden en een geschatte kostenreductie van 10 tot 20 procent. In plaats van graven, een gasleiding vervangen, het gat dichtgooien en een jaar later weer graven voor onderhoud aan het drinkwaterleidingnet, doen we alles nu in een keer. Dat scheelt ook een hoop overlast voor de bewoners en weggebruikers.”

Bodem beter in beeld, minder risico schade

Of dankzij het convenant ook minder schade ontstaat, is volgens Boonzaaijer nog niet hard te maken. Maar hij heeft wel een sterk vermoeden. “Door kennisdeling en gezamenlijke vooronderzoeken hebben we een veel beter beeld van wat er allemaal in de ondergrond zit. We maken gebruik van elkaars technieken. Met bijvoorbeeld een hololens of grondradar kunnen we in de toekomst precies in beeld brengen hoe alles ligt, nog voordat we überhaupt hoeven te graven. Zo beperk je het risico op schade en bodemverontreiniging.”

Jaarlijks wordt gemiddeld 40 kilometer riolering, 30 kilometer gasleiding en kilometers aan drinkwaterleidingen en elektriciteitskabels vervangen.

Belang van drinkwaterbedrijf

Van de drie partijen heeft drinkwaterbedrijf Evides de minst urgente vervangingsopgave als het gaat om leidingen, zegt Boonzaaijer. Toch is hun betrokkenheid bij de projecten essentieel. “Drinkwaterleidingen liggen vaak dicht bij gasleidingen. Die moeten de komende jaren wel vervangen of verwijderd worden, met de kans op storingen aan het drinkwaternet tot gevolg. De gedachte is: als Stedin toch bezig is met hun gasleidingen, dan kunnen de drinkwaterleidingen net zo goed worden verlegd of vervangen.”

Opwarming drinkwaterleidingnet

Daarnaast kan een alternatief voor het gasnet, zoals het warmtenet, invloed hebben op het drinkwaterstelsel. Boonzaaijer: “In Rotterdam zal veel gebruik worden gemaakt van restwarmte uit de haven. Er moet zorgvuldig worden bekeken hoe dat bij de gebruikers komt. Als warmteleidingen te dicht bij drinkwaterleidingen liggen, warmt het drinkwater op. Dat is slecht voor de kwaliteit, want er kunnen bacteriologische verontreinigingen ontstaan.”

Juiste mindset samenwerking

Boonzaaijer merkte na ondertekening van het convenant in 2015 dat de partijen het spannend vonden om informatie uit te wisselen. “Het is soms bedrijfsgevoelig. Maar juist door te delen en vertrouwen te hebben in elkaar, kom je tot een efficiënte samenwerking waar iedereen baat bij heeft. Die mindset krijgen kost even tijd, maar komt vanzelf naarmate de projecten vorderen. Belangrijk is ook om continue in contact te blijven met elkaar. Niet via de mail, maar persoonlijk via de telefoon of in een fysieke ruimte.”

Convenant 2.0

In oktober ondertekenden Stedin, Evides en de gemeente Rotterdam een 2.0 versie van het convenant. Waarin verschilt die van de eerste? Boonzaaijer: “Het is eigenlijk een verlenging, verbreding en verdieping van convenant 1.0. Verlenging omdat we tevreden zijn over de samenwerking, verbreding omdat er meer projecten bijkomen en verdieping omdat er meer concrete afspraken over de uitvoering van projecten instaan.”

Intensiever samenwerken met aannemers

Tot slot noemt Boonzaaijer naast de energietransitie nog een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. “Vanuit de opdrachtgevers staan er nu concrete afspraken op papier, maar er is nog werk aan de winkel aan de kant van de uitvoering. We willen nog intensiever samenwerken met de aannemers om projecten nog soepeler te laten verlopen.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *