Project Tusschenwater: natuur, waterberging én grondwaterwinning

20 maart 2019

Hoe zorg je ervoor dat natuurbeheer, grondwaterwinning en waterberging in een gebied naadloos samengaan? Met project Tusschenwater laten verschillende betrokken partijen zien hoe functiestapeling zorgt voor een win-winsituatie op de provinciegrens van Drenthe en Groningen.

Project Tusschenwater kent een lange geschiedenis, zegt Teddy Bezuijen van het Drents Landschap. “Halverwege vorige eeuw was het Hunzedal, gelegen in het noordoosten van Drenthe, een gebied dat vrijwel volledig was ingericht voor landbouw. Als natuurorganisatie zagen we de hoge potentie voor de natuur.”

Hunzevisie: terug naar de natuur

In de zogeheten Hunzevisie werd bepaald hoe het gebied vorm moest krijgen. In het Hunzedal  zou de oude rivier Hunze weer als vanouds meanderen door het landschap en de natuur vrij spel krijgen. Met hulp van het WNF, de provincie en Europese subsidies kocht het Drents Landschap verschillende landbouwgronden op.

‘Het beter vasthouden van water in Tusschenwater moet natte voeten in de stad voorkomen’

Project Tusschenwater

Een van de herinrichtingsprojecten die eind jaren ’90 uit de Hunzevisie voortvloeide, is Tusschenwater, vernoemd naar het gelijknamige gebied. “Een deel van dit gebied dient al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw als bron voor de drinkwaterwinning”, zegt Lieselot Smilde, beleidsmedewerker bij Waterbedrijf Groningen. “Om het ‘parelsnoer’ uit de Hunzevisie te kunnen sluiten, werd de drinkwaterfunctie hier gecombineerd met de ontwikkeling van natte natuur.”

Behoud van de drinkwaterfunctie was dan ook een belangrijke voorwaarde in project Tusschenwater. Volgens Bezuijen moest als derde functie ook waterberging een prominente rol krijgen in het gebied. “In 1997 en 1998 kampte de stad Groningen met grote wateroverlast door extreme regenval. Het beter vasthouden van water in Tusschenwater zou natte voeten in de stad in de toekomst moeten voorkomen.”

Plannen gebiedsinrichting

Drents Landschap, WBG en Waterschap Hunze en Aa’s  sloegen uiteindelijk de handen ineen en legden in 2000 een eerste gezamenlijke schets voor de gebiedsinrichting op tafel. Smilde vertelt wat de plannen waren. “Om ruimte te creëren voor waterberging moest een aantal kades worden aangelegd. Ook werd besloten om de waterwinputten op te hogen, zodat die bij hoogwater niet onder water zouden staan.”

Project succesvol afgerond

Begin 2019 is project Tusschenwater officieel afgerond. In het gebied is nu ruimte voor de berging van 1,3 miljoen kuub water, kan WBG per jaar 10 miljoen kuub grondwater winnen en komt biodiversiteit tot wasdom in de 230 hectare natuur. Bezuijen: “Het gebied stond nog geen week onder water of het zat al vol met vogels. De ontwikkeling van vegetatie zal nu ook hard gaan, bijvoorbeeld rietvegetatie en andere moerasbegroeiing.” Daarnaast is in het gebied ruimte voor recreatie, onder meer door de aanleg van een fiets- en een wandelpad en het plaatsen van enkele kunstwerken.

Geen vanzelfsprekende combinatie

Dat de verschillende functies goed samengaan is niet vanzelfsprekend, benadrukt Smilde. “Van oudsher was de opvatting: natuur en drinkwaterwinning botsen, wanneer verdroging optreedt. Drinkwaterwinning en waterberging gaan niet samen, wanneer bij hoogwater de innameputten onder water staan en ze onbruikbaar zijn. Natuur en waterberging gaan niet samen, want de natuur wil liever niet in ‘een volle badkuip’ staan.”

‘Wanneer je kiest voor een natuurlijke inrichting, gaan waterberging en natuur prima samen’

Functies gaan prima samen

Maar Project Tusschenwater toont volgens Smilde juist de voordelen van de functiecombinatie. “Natuur is voor de grondwaterkwaliteit beter dan landbouwactiviteiten, waarbij gewasbeschermingsmiddelen uitspoelen naar de bodem. Met de juiste maatregelen – in dit geval het verplaatsen van winputten naar hoger gelegen grond buiten de kades – biedt het waterwingebied ruimte voor zowel natte natuur als waterberging. En wanneer je kiest voor een natuurlijke inrichting, gaan ook waterberging en natuur prima samen.”

Voortzetting samenwerking

Om het gebied zo goed mogelijk te beheren en de samenwerking voort te zetten zijn er een eigendomsbeheer- en onderhoudsdocument opgesteld. Hierin is onder meer opgenomen wie waar verantwoordelijk is. Smilde: “Met het Drents Landschap hebben we een erfpachtovereenkomst opgesteld, waarin staat dat zij voor het beheer zorgen. Het waterschap is verantwoordelijk voor het waarborgen van de waterkwaliteit en -kwantiteit. Ik verwacht dat de verdere samenwerking net zo goed verloopt als tijdens het project.”

Grondwaterkwaliteit waarborgen

Natuurbeheer betekent onder meer dat het Drents Landschap moet zorgen dat delen van het gebied niet dichtgroeien, zegt Bezuijen. “We willen de natuur zoveel mogelijk haar gang laten gaan, maar moeten wel af en toe wat snoei- en maaiwerk verrichten. Ook houden we samen met het waterschap alle activiteiten in en om het gebied in de gaten, zodat er geen gevaren ontstaan voor de waterkwaliteit.” Smilde: “Er is ook een aparte inlaatconstructie die gesloten kan worden in geval van calamiteiten. Vervuild water dat het gebied in dreigt te stromen wordt zo omgeleid.”

Klimaatadaptief project

Volgens Smilde is het project naast een goed voorbeeld van functiestapeling ook een mooi staaltje klimaatadaptieve gebiedsinrichting. “Het vormt enerzijds een goede buffer om bij extreme regenval water tijdelijk vast te houden, en zorgt anderzijds voor meer infiltratie richting grondwatervoorraden. Het gebied heeft nu dus een mooie sponswerking gekregen.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *