Dunea zet in op meer verschillende typen bronnen voor drinkwater

20 augustus 2020

Drinkwaterbronnen in Nederland staan onder druk. Met name oppervlaktewater kampt met verontreinigingen, zoals medicijnresten, stoffen uit bestrijdingsmiddelen en verzilting. Ook moeten belangrijke transportleidingen steeds vaker uit bedrijf vanwege een verlegging. Met een multi-bronnenstrategie probeert Dunea de risico’s te spreiden en de leveringszekerheid van drinkwater in de toekomst veilig te stellen.

Het Zuid-Hollandse Dunea heeft als oppervlaktewaterbedrijf te maken met verschillende uitdagingen, zegt Marco Kortleve, programmamanager Nieuwe Bronnen. “Het water dat we innemen, is afkomstig van de Afgedamde Maas. Na voorzuivering pompen we het water tachtig kilometer verderop in de duinen, waar we een grote zoetwatervoorraad hebben. In geval van nood kunnen we terugvallen op waterinname uit de Lek. Maar de laatste jaren zien we in beide rivieren verontreinigingen in steeds hogere concentraties. Zeker in droge tijden, waarin de afvoer van rivierwater laag is. Tegelijkertijd groeit de watervraag. De komende vijf jaar verwachten we 80.000 nieuwe klanten.”

Multi-bronnenstrategie

Door de kwetsbaarheid van oppervlaktewater in combinatie met een verwachte toename van de drinkwatervraag zet Dunea in op een multi-bronnenstrategie. Kortleve: “Een multi-bronnenstrategie houdt in dat we op termijn meerdere en meer verschillende typen bronnen gaan inzetten voor onze drinkwaterproductie. In 2018 zijn we begonnen met een verkenning en begin dit jaar hebben we besloten om naast de Afgedamde Maas in te zetten op drie andere sporen van waterwinning.”

Kwetsbaarheid verminderen op korte termijn

Een van de oplossingen tot 2025 is het verbeteren en uitbreiden van de inname van Lekwater, zegt Kortleve. “De huidige infrastructuur bij de Lek is beperkt en verouderd. Met het verbeteren van het systeem, zoals de lokale automatisering, kunnen we onze innamecapaciteit van de Lek vergroten en daarmee een innamestop aan de Maas opvangen. Daarnaast willen we onze zoetwaterbel in duingebied Berkheide vergroten door op grote diepte extra zoet water te pompen. Met deze zoetwaterbel kunnen we dan drie maanden lang een innamestop van Maas- en Lekwater opvangen.”

‘De huidige infrastructuur bij de Lek is beperkt en verouderd’

Nieuwe bronnen lange termijn

Ook voor de lange termijn wil Dunea de capaciteit uitbreiden om de risico’s te spreiden, vervolgt Kortleve. “We hebben zo’n beetje alle mogelijkheden voor nieuwe waterbronnen verkend, van gezuiverd afvalwater tot smeltwater uit het Noordpoolgebied. Uiteindelijk zijn we bij twee nieuwe bronnen uitgekomen: het Valkenburgse Meer en brak grondwater in de duinen. Dat bleken op papier de twee beste opties om in de toekomst in te zetten. In een aantal pilots gaan we nu de haalbaarheid daarvan onderzoeken.”

Het Valkenburgse Meer

Het Valkenburgse Meer, gelegen tussen Leiden en Katwijk, staat in verbinding met de Oude Rijn. Kortleve: “Met het Valkenburgse Meer als bron worden we dus minder afhankelijk van Maaswater. Daarnaast is de ligging vlak bij de duinen een groot voordeel. Daardoor hoeven we namelijk geen grote transportleiding aan te leggen. Het water uit het Valkenburgse Meer kunnen we net als bij de Afgedamde Maas na voorzuivering de duinen inpompen. We zijn momenteel bezig met het voorbereiden van een proefinstallatie.”

Lang traject

Het daadwerkelijk operationeel maken van een nieuwe zuivering bij het Valkenburgse Meer is een traject van de lange adem, zegt Roel van Binsbergen, die als beleidsadviseur van de provincie Zuid-Holland bij de multi-bronnenstrategie betrokken is. “Als provincie zijn we verantwoordelijk voor het verstrekken van vergunningen en het beschermen van de waterkwaliteit. Voordat je weet of je op een veilige manier water kunt winnen, wat de effecten zijn van waterwinning, de vergunningen zijn verstrekt en Dunea een nieuw zuiveringsstation heeft gebouwd, ben je zo minstens vijf jaar verder.”

‘Het operationeel maken van een nieuwe zuivering is een traject van lange adem’

Bescherming waterkwaliteit

De provincie doet momenteel met Dunea onderzoek naar hoe ze de toekomstige winning bij het Valkenburgse Meer goed kunnen beschermen. Van Binsbergen: “Wil je water echt goed beschermen, dan brengt dat mogelijk restricties met zich mee. Het kan zijn dat bedrijvigheid en industrie rondom het meer verplaatst moeten worden. Het is dan ook belangrijk om bedrijven en gemeenten actief te betrekken bij deze verkenning. Daarnaast zijn er vraagstukken rondom pleziervaart. Wat doen we bijvoorbeeld met motorbootjes die met CO2-uitstoot invloed hebben op de waterkwaliteit van het meer?”

Betrokkenheid Hoogheemraadschap van Rijnland

Een andere betrokken partij bij de verkenning is het Hoogheemraadschap van Rijnland. Kortleve: “Rijnland is verantwoordelijk voor het waterbeheer van het Valkenburgse Meer en dus een cruciale partner. Het water dat we onttrekken, moet ook weer worden aangevoerd. Als drinkwaterbedrijf hebben we niet een heel groot aandeel in de waterinname van een rivier, maar we zijn wel de zoveelste gebruiker. Zeker bij droogte moeten er goede afspraken zijn over de waterverdeling.”

Brak grondwater zuiveren

Bij het zuiveren van de andere toekomstige bron, brak grondwater, is de uitdaging niet zozeer de bescherming of het verkrijgen van vergunningen, maar vooral het inrichten van een winning met een stabiel chloridegehalte, zegt Kortleve. “Het chloridegehalte van brak grondwater hangt af van de diepte van de filters en van de capaciteit van de onttrekking. Als we te hard pompen wordt het water langzaam steeds zouter waardoor het steeds moeilijker te zuiveren is. Ontzilting vraagt om geavanceerde zuiveringstechnieken, zoals membraanfiltratie. Omdat we daar zelf nog geen ervaring mee hebben, gaan we ook hiervoor een proefinstallatie bouwen.”

‘Ontzilting vraagt om geavanceerde zuiveringstechnieken, zoals membraanfiltratie’

Oplossing andere oppervlaktewaterbedrijven

Kortleve denkt dat sommige andere drinkwaterbedrijven ook baat kunnen hebben bij een multi-bronnenstrategie, bijvoorbeeld de Noord-Hollandse oppervlaktewaterbedrijven PWN en Waternet. “Die bedrijven zijn net als Dunea in grote mate afhankelijk van een of enkele bronnen en hebben maar een paar innamepunten. Grondwaterbedrijven, zoals Vitens, hebben vaak meerdere innamepunten over een verspreid gebied, waardoor ze iets minder kwetsbaar zijn. Maar voor oppervlaktewaterbedrijven kan een multi-bronnenstrategie een belangrijke rol spelen bij een robuuste drinkwatervoorziening.”

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reacties

1
  • Anoniem
    Geert Paul Weeda
    Zeer begrijpelijk verwoord, zijn interessante en in brede technische zin uitdagende projecten!
    Beantwoorden