Vooral op de hoge zandgronden heeft een onttrekking van grondwater effect op de grondwaterstanden. Afhankelijk van de bodemopbouw kan er dan een verlaagde grondwaterstand ontstaan, met mogelijk verdroging tot gevolg.
Wanneer drinkwaterbedrijven grondwater onttrekken, kijken zij eerst of ze verdroging kunnen voorkomen. Voor nieuwe winningen zoeken ze bijvoorbeeld naar de meest geschikte locatie. Daarbij weegt mee hoeveel impact de winning op omgeving heeft – ook wat verdroging betreft.
Als er toch verdroging ontstaat of lijkt te ontstaan, dan kijkt het drinkwaterbedrijf samen met andere partijen, zoals het waterschap, of het mogelijk is compenserende maatregelen te treffen. Denk bijvoorbeeld aan extra wateraanvoer.
Wanneer er geen andere maatregelen meer mogelijk zijn en een grondwateronttrekking zorgt voor er een verminderde opbrengst van de gewassen, ontstaat er ‘droogteschade’. De Nederlandse wet bepaalt dat drinkwaterbedrijven landbouwbedrijven hierbij moeten compenseren. Deze financiële tegemoetkoming is bedoeld om de misgelopen inkomsten door de verlaagde opbrengst van gewassen te vergoeden.
Agrariërs die denken dat zij droogteschade hebben door waterwinning, kunnen aankloppen bij de provincie. Die laat vervolgens een onderzoek doen door de onafhankelijke instantie Advies Commissie Schade Grondwater (ACSG). Op basis van dit onderzoek brengt de ACSG een advies uit over de (eventuele) hoogte van de vergoeding. Gebaseerd daarop biedt het drinkwaterbedrijf de agrariër een compensatievoorstel.
Met het project ‘Wel goed water geven’ proberen agrariërs in Noord-Brabant droogteschade te voorkomen door regenwater beter vast te houden of te hergebruiken. Ook deelde een aantal waterschappen in Oost-Nederland begin 2019 duikerafsluiters uit aan boeren, zodat ze water uit sloten en beken beter kunnen vastgehouden en het minder snel wordt afgevoerd naar groter oppervlaktewater.